Geschiedenis
Tuinieren als kunstvorm is een van de oudere voorbeelden van menselijke expressie. Door de mens veroorzaakte micro bergen- en- meren zijn gevonden uit de 7e eeuw na Christus.
Deze vroege tuinen waren gebaseerd op die van Thang China. Maar zijn steeds meer gaan lijken op het landschap van Japan zelf.
Boeddha en Shinto
Een eilandland, bergachtig, vol beekjes en hoge bomen. Boeddhistische thema's werden onderzocht.
Maar waarschijnlijk stond het Japanse geloof van Shinto centraal in de tuin. En dit is vandaag de dag nog steeds zo.
Shinto ziet de wereld met alles erin, inclusief de mens, als de oerkrachten van de schepping.
Vijvertuinen en watervallen
Van de 8e tot de 11e eeuw bouwde de aristocratie in Japan grote vijvertuinen als uitgaansgelegenheden. Hier werden complete, verkleinde, composities van enorme eilanden, watervallen en bossen gerealiseerd.
Vaak werden kenmerken van het verre landschap opgenomen. Zo werden de tuinontwerpen extra uitvergroot.
Kleinere Zen Tuinen
Vanaf ongeveer het midden van de 13e eeuw werd de schaal van tuinen verkleind. In de 15e en 16e eeuw werden waterpartijen zoals zeeën en watervallen vertegenwoordigd door grind en steen.
Deze abstracte soort is afgeleid van de geest van het zenboeddhisme. Zen benadrukt eenvoud en waardeert het provocerende.
Theetuinen
Theetuinen ontwikkelden zich ook rond deze tijd. Theetuinen creëren de juiste sfeer van soberheid voor de thee ceremonie.
De gebruikte technieken om een natuurlijke uitstraling, rustige smaak en eenvoud te creëren typeerden deze periode. En hebben sindsdien een enorme impact op de Japanse tuinbouw, esthetiek en design.